Autorijden in Oeganda. Onderdeel zijn van het Oegandese verkeer. Ik ben vooral heel erg trots op mijzelf dat ik kan autorijden in Oeganda en ik vind het nog leuk ook. Wat een feest! Een feest van frustratie, irritatie en ongeloof.
Inmiddels tik ik wel de duizend kilometers aan in het Oegandese verkeer. En vaak denk ik terug aan de uren in de auto die ik doorbracht met mijn voormalig rijinstructeur Mo. Mo was van origine Marokkaanse afkomst. Hij was streng doch rechtvaardig.
Waar ik in theorie dacht wel even binnen no-time te kunnen autorijden, bleek in de praktijk toch iets lastiger. Ik was een denker. Ik zag situaties wel ontstaan, maar handelde veel te laat. Of zoals Mo altijd zei: “In het verkeer heb je niet 3 seconden om na te denken. Je moet gelijk handelen.”
De wijze woorden van Mo. Mo had ook een aantal gouden tips. Tips die nog vaak tijdens het rijden door mijn hoofdspoken. En ik ben van mening dat Mo ook wel een aantal tips heeft voor de Oegandese automobilist. Ik heb ze in ieder geval wel en zet er een paar voor je op een rij. Zodat je een beeld krijgt hoe autorijden er in Oeganda aan toegaat.
De richtingaanwijzer zit natuurlijk niet voor niets op een auto. Volgens Mo moet je altijd duidelijk aangeven wat je bedoelingen zijn in het verkeer. Ga je naar links, rechts of wil je stoppen: geef het aan. Kortom, gebruik je richtingaanwijzer.
Het gebruik hiervan is nogal beperkt. Veel automobilisten hebben op de raarste momenten hun richtingaanwijzer aan. Of erger ze rijden met alarmlichten, terwijl er niets aan de hand is? Waarom?
Daarnaast hebben ze er een handje van om zomaar opeens langs de kant van de weg te gaan stoppen zonder dit aan te geven. Menigmaal zit ik vlak achter op een auto zonder erlangs te kunnen. Vaak merk je dat ze iets van plan zijn, omdat ze opeens heel langzaam gaan rijden….De bedoelingen in het verkeer zijn vaak onduidelijk.
Het ontbreken van snelheidsborden is een ding in Oeganda. Ik geloof dat je in de stad 50 mag en op snelwegen 80 km per uur. Op de Express Highway zelfs 120 km per uur.
Maar er zijn nogal wat automobilisten die hun rijbewijs bij een pakje boter hebben gekregen. Ze rijden zonder zelfvertrouwen, zitten bovenop het stuur en gaan vooral erg langzaam. De tip van Mo ‘je moet meegaan in het verkeer’ – snelheid van het verkeer aanhouden – is hier niet altijd vanzelfsprekend.
Een bril of lenzen dat kan niet iedereen zich veroorloven. Velen zien slecht. Zodra het schemer wordt, rijden Oegandesen met hun groot licht. Ik vraag mij serieus af of automobilisten hier weten wat het verschil is tussen hun lichten en wanneer je groot licht moet gebruiken.
Nu zijn de wegen slecht verlicht en de kans op een groot gat in het wegdek, is meer regel dan een uitzondering. Maar deze kun je vaak alsnog zien als je jouw normale lichten gebruikt. Groot licht gebruiken wanneer het niet nodig is, is levensgevaarlijk. Ik word altijd verblind door andere automobilisten.
Ik hoor het Mo nog zo zeggen. “Haal niet in bij een bocht of een afdaling.” Nou ja, dat laatste hebben we niet echt in Utrecht. Maar de bochten; je ziet niet wat er gebeurt of komen gaat. De eerste keer dat ik in een Oeganda een truck moest inhalen, had ik wel even zweethandjes.
Inmiddels haal ik ook in de stad de automobilisten in die 15 km per uur rijden of langzame trucks. En allemaal zonder zweethandjes. Daarnaast geven bestuurders aan wanneer je in kunt halen. Althans dat lijkt zo. Ik negeer deze signalen, want je raadt het al volgens hen kan dit vlak voor een bocht, in een bocht of in een afdaling.
Ook in Kampala bestaan ze: rotondes. Groot, chaotisch en geen structuur in te bekennen. Voorrang daar doen we hier simpelweg niet aan. Er is een soort ongeschreven regel van de grootste auto gaat voor, maar aan die ego-waanzin doe ik niet mee. Mijn ego is namelijk ook best groot en daar hoef je geen grote auto voor te rijden.
Ik probeer vooral richting aan te geven, in een soort van juiste lijn te blijven en vooral op goed geluk mijn auto ertussen te duwen. Soms ben ik gewoon verbaasd dat dit weer is gelukt. En de gouden tip van Mo probeer ik ook toe te passen: oogcontact maken. Maak oogcontact met de bestuurder als je ertussen wilt. En ik moet zeggen ook hier werkt Mo zijn gouden tip.
Nu de grootste ergernissen uit het Oegandese verkeer
Waar de meeste automobilisten zich aan ergeren zijn de boda’s (motortaxi’s). Ik kom uit een Hollandse stad en daar hebben we fietsers. Fietsers die overal tussendoor schieten, fietsers die nog naast je rijden of vlak achter je, Fietsers zonder licht. Vervang het woord fietsers door boda’s en je begrijpt dat ik ze niet eens zo irritant vind.
Misschien wel mijn grootste irritatie. Bij het gebrek aan een fatsoenlijke stoep, loopt merendeel lang de kant van de weg. Lees midden op de weg en zij zien vooral niet de noodzaak om aan de kant te gaan. En ja, dan heb je ook nog de auto die zomaar langs de kant van de weg geparkeerd staat en de frustratie is compleet.
Nou, waarschijnlijk hebben ze geen vorm van autisme maar parkeerwachters volgen erg het systeem. Het ontbreekt sommigen volledig aan inzicht. Overal heb je mannetjes die je helpen met parkeren. Heel fijn en handig maar het luistert nogal nauw. Zij bepalen vaak de plek waar je moet parkeren. Oh wee als je 2 cm te ver naar links of rechts staat. “Maar meneer ik sta toch keurig binnen de lijnen van het aangegeven vak?”
Zoals je kunt lezen, autorijden in Oeganda is een feest. Een feest vol frustratie en dan heb ik het nog geen eens over de uren die je kunt doorbrengen in de file om van de ene kant naar de andere kant van de stad te gaan.