Als kind ging ik altijd met mijn ouders met de trein op vakantie naar Oostenrijk. Een ware belevenis. Vooral bij het zien van de eerste bergtoppen in de vroege ochtend. Jarenlang stonden bergen synoniem voor vakantie. Mijn wens was altijd om een keer te reizen met de trein door een ontwikkelingsland.
Ik heb een poging gedaan in Ghana, maar de dagen waarop de trein reed sloten niet aan op mijn reisschema. Tweede poging was met de duivelstrein in Ecuador. Deze zag ik letterlijk voor mijn neus wegrijden.
Nu poging drie. Ik had bedacht om met de trein te reizen vanaf Nairobi naar Kisumu. Volgens de laatste berichten op internet ging deze vrijdag om 19.30 uur. Prima, dit ging uitstekend aansluiten op mijn schema. Het boeken van de trein heb ik als eerste gedaan de volgende dag in Nairobi. Eerste klas natuurlijk omdat dit voor blanken de veiligste optie is.
Even zag ik de avondspits van Nairobi roet in het eten gooien, maar de taxichauffeur verzekerde mij dat ik mijn trein ging halen. En op het moment van schrijven zit ik als een prinses in mijn eentje in mijn eerste klascoupe. Mijn bed is inmiddels opgemaakt en ik beschik over een eigen wastafel en kleidingkast.
Twaalf uur voelde ik mij of ik reisde met de Oriënt Express. Het was een waar avontuur. Het driegangen diner was overheerlijk. De nachtrust een hel. Ik heb geen oog dichtgedaan en meerdere malen dacht ik dat we waren gestremd ergens in de bush. De trein schudde zo hard heen en weer en remde af en toe zo hard dat het een wonder is dat we heelhuids zijn aangekomen in Kisumu.
Neemt niet weg dat het ontbijt wederom een hoop goedmaakte. Als je dan ook nog reist door het prachtige landschap van Kenia dan is de helse nacht snel vergeten.