In april is het drie jaar geleden dat ik voor het laatst in Oeganda was. De jaren ervoor ben ik sinds 2010 jaarlijks in Oost-Afrika geweest. De afgelopen maanden in Nederland waren hectisch.
In november ben ik gevraagd om director te worden van GirlBe, een meisjesproject in de sloppenwijken van Kampala.
Ik? Was mijn eerste reactie. Ik voelde mij ook wel vereerd, maar kan ik dit wel? Kan ik een organisatie runnen in de in mijn ogen chaotische sloppenwijk van Kampala? Waarom niet? Laat ik het proberen!
Dus dat betekent dat ik in november mijn baan heb opgezegd en afgelopen drie maanden heel veel heb moeten regelen. Tot vorige week vond ik het nogal onwaarschijnlijk dat ik straks vier maanden in Oeganda zal wonen.
De laatste week in Nederland was het wel klaar. Klaar om te gaan. Ik heb maanden naar het moment toegeleefd en met al het afscheid nemen, was ik inmiddels wel klaar. Ik realiseerde mij afgelopen weken dat sinds ik in Utrecht woon een groot sociaal leven heb opgebouwd en hierin ga ik gemist worden. Alhoewel ik vaak het gevoel heb dat mijn toekomst niet in Nederland ligt, weet ik niet of een Afrikaans land dat wel gaat zijn. Persoonlijk denk ik van niet.
Dat ik in november na een heftig jaar de knoop heb doorgehakt om weg te gaan, geeft mij ook heel veel rust. Ik ben benieuwd wie en wat ik ga missen. En ja ik moest even een traantje laten op Schiphol.
Maar ik ben er! Toen ik gisteren even een kleine wandeling maakte door de straten van Entebbe rook ik de welbekende Afrikaanse geur. Een geur van ik ben er weer. Komende dagen laat ik alles even op mij afkomen. De grootste uitdaging voor mij persoonlijk is om mij aan te passen aan het Oegandese ritme. De klok moet ik loslaten want Afrikanen hebben de tijd.